Ik mis je
Je zijn is gestold in een beeld van de tijd
Ik mis de lach op je gezicht
De klank van je stem in je vrolijkheid
Ik mis de warmte die je uitzond
Waar ik mij in koest’ren kon
Ik mis jouw hand vast in de mijne
Wanneer we liepen in de zon
Ik mis de lichtjes in je ogen
Die levendige twinkeling
Alles wat jou levend maakte
Is nu nog slechts herinnering
Hoe maak ik ooit jouw léven tastbaar?
Die levensvonk, die elk herkent?
En die nooit is terug te brengen
Als je eenmaal gestorven bent?
Kan een voorwerp ooit iets zeggen
Over wie jij werk’lijk was?
Kan jouw zijn gevangen worden
In beeld van koude steen of glas?
Hoe kan jouw stem, die zachte fluist’ring
Gevangen worden in een lied?
Kan zelfs de beste zorg en aandacht
Écht verlichten het verdriet?
Beeld, dat kan jou niet vervangen
Woord en lied schieten tekort
Maar ze kunnen mij wel helpen
Wanneer ’t verdriet te hevig wordt
Want jouw leven en jouw liefde
Al wat in jou zo dierbaar was
Kan ik zichtbaar, tastbaar maken
Al is het slechts in spiegelglas
Ze helpen mij om door te strijden
In verwerking en aanvaarding
Dat wat tijdelijk en tastbaar is
Maakt eeuwige herinnering